overvloed
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·vloed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en vloed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overvloed | overvloeden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
overvloed m
- (economie) het voorhanden zijn van meer dan voldoende van iets
- Er was een overvloed van aardbeien dat jaar.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord overvloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "overvloed" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be