overkop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·kop
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

overkop

  1. in of na een ongecontroleerde beweging waarbij de bovenkant onderop raakt
     Hij gaat overkop in Torhout wanneer zijn trapstang breekt en sleurt zo een deel van het peloton in zijn val mee.[2]
     Vier wagens stonden vast op de kam van de duin, een buggy reed er langs en ging vervolgens overkop.[3]
     Tot hun ontzetting zagen ze de PT891 van Uydens overkop slaan – een vleugel werd weggeslingerd.[4]
  2. (figuurlijk) niet meer in staat om aan alle financiële verplichtingen te voldoen
     In 1997 gaat Renault Vilvoorde overkop en in januari van dat jaar wordt het faillissement van Forges de Clabecq uitgesproken.[5]
Typische woordcombinaties
  • overkop gaan
Synoniemen

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 mei 2020 Weblink bron “overkop” op vrttaal.net
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 mei 2020 Weblink bron
    Johny Vansevenant
    “Het jaar van Eddy Merckx 69” (2019), Lannoo Meulenhoff, ISBN 9789401459679, hfst. Vekemans geeft Merckx ongewild een cadeau
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 mei 2020 Weblink bron “Koen Wauters: "Geen zelfvertrouwen meer na buggy die overkop was gegaan"” (9 januari 2011) op deMorgen.be
  4. Bronlink geraadpleegd op 25 mei 2020 Weblink bron Alexander Uydens in:
    De Decker Cynrik
    Vleugels boven het Meetjesland (2008), De Eecloonaer, Eeklo
  5. Bronlink geraadpleegd op 25 mei 2020 Weblink bron
    Katrien Tratsaert e.a.
    “De arbeidsmarkt in Vlaanderen. Jaarreeks 2002. Deel 3: Lokale arbeidsmarkten in Belgie op kaart gezet” (2002), Garant, Antwerpen, ISBN 9789044114836, p. 5
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be