opstandeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·stan·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opstandeling opstandelingen
verkleinwoord opstandelingetje opstandelingetjes

Zelfstandig naamwoord

de opstandelingm

  1. (politiek) iemand die zich gewapenderhand verzet tegen het heersende gezag
    • De opstandelingen kregen het zwaar te verduren. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be