oprichting
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oprichting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·rich·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van oprichten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oprichting | oprichtingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
oprichting v
- Het begin van iets, het gaan staan van iets
- De oprichting van het standbeeld ging gepaard met veel festiviteiten.
- De oprichting van de vereniging was een officiële gebeurtenis.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- oprichtingsakte, oprichtingsbijeenkomst, oprichtingscongres, oprichtingsdatum, oprichtingsfase, oprichtingsjaar, oprichtingskapitaal, oprichtingskosten, oprichtingsverdrag, oprichtingsvergadering, oprichtingsvergunning
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord oprichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "oprichting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be