oppsving

Uit WikiWoordenboek


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • opp·sving
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Aufschwung
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord sving met het voorvoegsel opp-
Naar frequentie 60809
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   oppsving     oppsvinget     oppsving     oppsvinga
oppsvingene  
genitief   oppsvings     oppsvingets     oppsvings     oppsvingas
oppsvingenes  

Zelfstandig naamwoord

oppsving, o

  1. impuls, opleving
    «Etter en svak mai måned ble det ny oppsving i nybilsalget i Romsdal i juni.»
    Na een zwakke mei zag de verkoop van nieuwe auto's in Romsdal een nieuwe opleving in juni.
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

oppsving

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van oppsving


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • opp·sving
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Aufschwung
  • Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord sving met het voorvoegsel opp-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   oppsving     oppsvinget     oppsving     oppsvinga  

Zelfstandig naamwoord

oppsving, o

  1. impuls, opleving
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

oppsving

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van oppsving