Naar inhoud springen

oppas

Uit WikiWoordenboek
  • op·pas
enkelvoud meervoud
naamwoord oppas oppassen
verkleinwoord oppasje oppasjes

oppas m [1]

  1. iemand die voor korte tijd zorgt voor iets (kinderen, een huis etc.)
vervoeging van
oppassen

oppas

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen
    • ... dat ik oppas. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]