opkoken
Uiterlijk
- op·ko·ken
opkoken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opkoken |
kookte op |
opgekookt |
zwak -t | volledig |
- (weer) aan de kook brengen
- Nu allemaal acht minuten verwarmen en met de staafmixer helemaal fijn maken. Maak af met een theelepels boekweitmeel en twee theelepels vegetarische bouillonpoeder. Laat nog even opkoken en dan heel even rustig staan. [3]
- *Beurre Blanc: 1 sjalot, fijn gesnipperd, klontje boter, 200 ml witte wijn, 100 ml wittewijnazijn, 100 ml room, 250 gr koude gezouten boter, 1 citroen (sap). Zet de sjalot aan in boter. Blus met witte wijn en azijn. Reduceer tot eenvierde van het volume. Voeg de room toe en laat opkoken. Monteer met de koude boter. Werk af met het citroensap. [4]
- De 27-jarige Jeroen Koning is er de ijskoning. Behendig giet hij de verse melk in de machine om te pasteuriseren. Aan de schone, romige melk worden vervolgens hulpgrondstoffen, zoals suiker en slagroom toegevoegd. Na een proces van opkoken, terugkoelen en rijpen is de basismix gereed. [5]
1. (weer) aan de kook brengen
- Het woord opkoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opkoken" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ opkoken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 01 sep. 2014 Allergezondste tomatenketchup
- ↑ De Telegraaf 23 dec. 2017 Tongstrelend kerstdiner
- ↑ De Telegraaf WENDY ROEP FOTO’S MICHAEL VAN EMDE BOAS 01 jul. 2018 Pure ijspret!
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 78 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %