Naar inhoud springen

openmaken

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 14 jun 2019 om 04:34 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
openmaken
maakte open
opengemaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

openmaken

  1. overgankelijk de sluiting van iets verbreken
    • Hij had de deur al opengemaakt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be