ontvonken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontvonken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ont·von·ken

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van vonk met het voorvoegsel ont-

Werkwoord

ontvonken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ontvonken	ontvonkte	ontvonkt
zwak -t	volledig

1. in de brand steken; tot ontbranding komen
2. (figuurlijk) van emoties dat ze weer levendig worden

   ▸ Nu kan het zo ver komen dat Gods dierbaarheid en goedertierenheid de ziel niet doen ontvonken tot liefde en niet aanwakkeren om zich in Jehovah te verlustigen.

Synoniemen

• [1] ontvlammen, ontbranden, aangaan, oplaaien

Gangbaarheid

• Het woord 'ontvonken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontvonken" herkend door:

69 %	van de Nederlanders;
73 %	van de Vlamingen.