ontvonkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vonkt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontvonken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
ontvonken

ontvonkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvonken
    • Jij ontvonkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvonken
    • Hij ontvonkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontvonken
    • Ontvonkt! 
vervoeging van: ontvonken…
verbogen vorm: ontvonkte

ontvonkt

  1. voltooid deelwoord van ontvonken

Gangbaarheid