onsamenhangend
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onsamenhangend (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˌɔnsamə(n)ˈhɑŋənt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌɔnsamə(n)ˈhɑŋənt/
- (Limburg): /ˌɔnsamə(n)ˈhɑŋənd/
Woordafbreking
- on·sa·men·han·gend
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van samenhangend met het voorvoegsel on-.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onsamenhangend | onsamenhangender | onsamenhangendst |
verbogen | onsamenhangende | onsamenhangendere | onsamenhangendste |
partitief | onsamenhangends | onsamenhangenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onsamenhangend
- geen samenhangend geheel vormen
- Dit zijn volledig onsamenhangend samenvattingen.
- ▸ Hoewel alles wat ik zag hier al eeuwen stond, maakte het een breekbare indruk op mij, als een mirage gebouwd op zee die bij de geringste rimpeling van het water gefragmenteerd zou raken tot onsamenhangende herinneringen op miljoenen foto's.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. geen samenhangend geheel vormen
Bijwoord
onsamenhangend
- op een niet samenhangende manier
- Hij sprak nogal onsamenhangend.
Synoniemen
Vertalingen
1. op een niet samenhangend manier
Gangbaarheid
- Het woord onsamenhangend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onsamenhangend" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 23
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel on- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %