ondeugd
Uiterlijk
- on·deugd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondeugd | ondeugden |
verkleinwoord | ondeugdje | ondeugdjes |
- slechte gewoonte of handeling
- Een gat in de hand is een ondeugd waar velen mee worstelen.
- iemand -vaak een jonge persoon- die kattenkwaad uithaalt
- Die ondeugd heeft het wachtwoord van m'n PC gewijzigd!
- 1 deugd
- Volgens de katholieke kerk:
- gierigheid, gramschap, gulzigheid, hoogmoed, lauwheid, nijd, onkuisheid, traagheid
1. slechte gewoonte
- Het woord ondeugd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ondeugd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel on- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %