omzeilen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • om·zei·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzeilen
zeilde om
omgezeild
zwak -d volledig

Werkwoord

ómzeilen

  1. ergatief langs een omweg zeilen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzeilen
omzeilde
omzeild
zwak -d volledig

Werkwoord

omzéílen

  1. overgankelijk via een omweg rond een obstakel zijn doel weten te bereiken
    • Zo hebben we die file netjes omzeild. 
  2. overgankelijk overdrachtelijk een moeilijkheid uit de weg weten te gaan, behoedzaam ontwijken
    • Die wet functioneert niet goed; mensen weten de bepalingen maar al te goed te omzeilen. 
     Dus hier hebben we een dilemma dat moeilijk te omzeilen is.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. omzeilen op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be