omkadering
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
- Geluid: omkadering (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·ka·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van omkaderen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omkadering | omkaderingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
omkadering v
- verhouding tussen personeelsleden en het aantal studenten in een onderwijs instelling
- randvoorzieningen die nodig zijn om iets te kunnen gebruiken
- Twee projecten krijgen elk 1,2 miljoen euro. Brugge kan het Gruuthusemuseum verder uitbouwen tot Bourgondisch stadspaleis. Een nieuw onthaalpaviljoen wordt een architecturaal baken. In Onze-Lieve-Vrouw-Waver krijgt de wintertuin in art nouveau voldoende omkadering om permanent bezoek mogelijk te maken. [1]
- “De ploeg van nu is niet meer te vergelijken met die van vier jaar geleden”, keek Minaard even terug. “We reden toen ook al een mooi wedstrijdprogramma, maar de omkadering is veel professioneler geworden. Zo trokken we eind maart met de klimmers op hoogtestage en hadden we tijdens de Tour het voorrecht om drie weken lang een kok in onze ploeg te hebben. Allemaal ‘kleine’ dingen die het tot een mooi geheel maken.” [2]
- grens, lijst, rand, afbakening, afpaling
- Ja, we hebben behoefte aan leed, maar we beleven dat leed het liefst tweedehands. Via de veilige omkadering van een televisie, laptop of krant. Want we koesteren de vrede waarin we leven. Maar zelfs de mooiste vrede gaat uiteindelijk vervelen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord omkadering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "omkadering" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ de Standaard VRIJDAG 1 SEPTEMBER 2017
- ↑ de Standaard 02/09/2017
- ↑ Volkskrant Bart Smout 8 juli 2014,
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be