okselhaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een man laat zijn okselhaar zien.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ok·sel·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord okselhaar -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het okselhaaro

  1. (anatomie) beharing in de holte tussen de bovenarm en de romp
     Carice had wel verwacht dat haar jongere zusje de eerste zou zijn die een kind op de wereld zet. "Het voelt een beetje als toen mijn zus tien was en ik twaalf en we in het zwembad waren. Ze deed haar arm omhoog en toen zag ik dat ze al okselhaar had."[2]
Hyperoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord okselhaar okselharen
verkleinwoord okselhaartje okselhaartjes

Zelfstandig naamwoord

okselhaar v / m / o

  1. enkele vezel uit de beharing in de holte tussen de bovenarm en de romp
     ls je bijvoorbeeld een okselhaar transplanteert naar het hoofd, zal dat haar dezelfde textuur, structuur, groeicyclus, kleur,… behouden als dat het was in de oksel.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 31 december 2023 Weblink bron “Jelka van Houten zwanger” (23 september 2008) op nu.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 31 december 2023 Weblink bron
    Marlies Dhaene
    “Bachelorproef” (2019), Erasmus Hogeschool Brussel, p. 31