nok af

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  nok af    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈnɔk ˈɑf / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• nok af

Woordherkomst en -opbouw

• uit nok (werkwoord) en af (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
afnokken

nok (…) af

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnokken
   

   • Ik nok af. 

2. gebiedende wijs van afnokken
   

   • Nok af! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnokken
   

   • Nok je af? 

Gangbaarheid

• Het woord nok af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.