neo-

Nederlands

Huidig bestand
41

Uitspraak

• Geluid:  neo-    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈnejo / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• neo-

Woordherkomst en -opbouw

• afkomstig van het Oudgrieks νέος (néos) "jong, nieuw"

Voorvoegsel

neo-

1. ter aanduiding van het opnieuw plaatsvinden van het in het tweede deel genoemde

   • De neogotiek greep terug op de spitsboog en andere vormen uit de late middeleeuwen. 

Opmerkingen

• Ontleende en nieuwgevormde woorden beginnen ook vaak met neo- in de oorspronkelijke betekenis "(nog) jong, nieuw", maar in die betekenis is niet te beschouwen als een Nederlands voorvoegsel.

Afgeleide begrippen

    enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht

neo-expressionisme neo-impressionisme neo-impressionist neo-impressionistisch neo-international neobarok neobulkgoed neocalvinisme neocalvinist neocalvinistisch neoclassicist neoclassicistisch neocommunisme neocommunist neocommunistisch neoconceptualisme neoconservatief neoconservatisme neocorporatisme neodarwinisme neodarwinist neodarwinistisch neofascist neofascistisch neofeminisme neofiguratief neogaullistisch neogeo neogotiek neohumanisme neokantianisme neokapitalist neoklassiek neokoloniaal neokolonialisme neokolonialist neokolonialistisch neomalthusiaans neomalthusianisme neomarxist neomarxistisch neomodernisme neonazistisch neopaganisme neoplasticisme neoplatonisch neoplatonisme neoplatonist neopop neopositivisme neopositivist neopsychedelisch neorama neorealisme neorealist neorealistisch neoreligie neorenaissance neoromanticus neoromantiek neoromantisch neoscholasticus neoscholastiek neoscholastisch neostalinist neostalinistisch neostijl neothomisme neothomist neothomistisch neotofelemoons