nauwkeurigheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  nauwkeurigheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• nauw·keu·rig·heid

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van nauwkeurig met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	nauwkeurigheid	nauwkeurigheden
verkleinwoord	nauwkeurigheidje	nauwkeurigheidjes

Zelfstandig naamwoord

nauwkeurigheid v

1. de mate waarin men zaken tot in de puntjes behandelt

   • Met grote nauwkeurigheid is dit vooraf vast te stellen. 

2. (wetenschap) de mate waarin een gemeten gemiddelde waarde van iets overeenkomt met de werkelijke waarde

   • De volgende figuur toont de gesommeerde nauwkeurigheid voor alle landbouwklassen per provincie. 

Synoniemen

• [1] accuratesse, nauwgezetheid, precisie, zorgvuldigheid
• [2] foutmarge, nauwkeurigheidsmarge, onnauwkeurigheid, precisie, steekproefmarge

Vertalingen

    1. de mate waarin men zaken tot in de puntjes behandelt   

Duits: Akkuratesse (de), Exaktheit (de), Genauigkeit (de), Präzision (de) Engels: accuracy (en), exactitude (en), exactness (en), precision (en) Frans: exactitude (fr), précision (fr)

Noors: nøyaktighet (no) Papiaments: puntualidat Spaans: exactitud (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord nauwkeurigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.