accuratesse
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: accuratesse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ac·cu·ra·tes·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zorgvuldigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
- uit het Duits [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accuratesse | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
accuratesse v
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord accuratesse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "accuratesse" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "accuratesse" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ accuratesse op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be