musikinstrument
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |

Een muziekinstrument: een accordeon
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- mu·sik·in·stru·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van musik zn "muziek" en instrument zn "instrument"
Naar frequentie | 223805 |
---|
Zelfstandig naamwoord
musikinstrument, o
Verwijzingen
- musikinstrument in: Det Danske Sprog- og Litteraturselskabop website:ordnet.dk
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- mu·sik·in·stru·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van musik zn "muziek" en instrument zn "instrument"
Naar frequentie | 67720 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | musikinstrument | musikinstrumentet | musikinstrument | musikinstrumenten |
genitief | musikinstruments | musikinstrumentets | musikinstruments | musikinstrumentens |
Zelfstandig naamwoord
musikinstrument, o
Categorieën:
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 15
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Woorden in het Deens met IPA-weergave
- Samenstelling in het Deens
- Zelfstandig naamwoord in het Deens
- Muziek in het Deens
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 15
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Woorden in het Zweeds met IPA-weergave
- Samenstelling in het Zweeds
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Muziek in het Zweeds