muntontwaarding
Uiterlijk
- munt·ont·waar·ding
- samenstelling van munt en ontwaarding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muntontwaarding | muntontwaardingen |
verkleinwoord | - | - |
de muntontwaarding v
- (numismatiek) (geschiedenis) de verlaging van de intrinsieke waarde van een munt door aanlenging met een metaal van geringere waarde
- De keizers verlagen voortdurend het zilvergehalte van de denarius waardoor hij uiteindelijk uit evenveel zilver als koper bestaat. Vanaf de regering van Septimus Severus (193-211) versnelt de muntontwaarding nog; ze bereikt haar hoogtepunt omstreeks 270. [1]
- De term wordt soms oneigenlijk gebruikt in de zin van geldontwaarding, inflatie, maar is niet synoniem.
1. de verlaging van de intrinsieke waarde van een munt door aanlenging met een metaal van geringere waarde
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord muntontwaarding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.