mul
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mul | mullen |
verkleinwoord | mulletje | - |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) Sjabloon:vissen Mullus surmuletus
m een soort uit de familie van de zeebarbelen [7]
- o dun katoenen weefsel
- m / v o fijn zand, stof [8]
- m / v o turfmolm
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. zeebarbeel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mul | muller | mulst |
verbogen | mulle | mullere | mulste |
partitief | muls | mullers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
mul [10]
- droog, los, stoffig, zandachtig, pulverig
- Hij kon niet fietsen op de mulle zandweg.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord mul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mul" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[11] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "mul" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mul op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mul op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mul op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mul op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be