motivator
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·ti·va·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van motiveren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | motivator | motivatoren motivators |
verkleinwoord | motivatortje | motivatortjes |
Zelfstandig naamwoord
motivator m
- iemand die anderen motiveert
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord motivator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.