monstre
Uiterlijk
- mon·stre
- via Oudfrans monstre ontleend aan Latijn monstrum “onheilspellend voorteken”, “goddelijke waarschuwing”, aangetroffen vanaf de 12e eeuw. [1]
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
monstre | le monstre | monstres | les monstres |
monstre m
- ↑ Weblink bron monstre in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr