monstrum
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mon·strum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monstrum | monstrums monstra |
verkleinwoord | monstrumpje | monstrumpjes |
Zelfstandig naamwoord
monstrum o
- (medisch) (biologie) verkeerd aangelegd organisme
- Het meest spraakmakend echter was Everaerts' in 1662 gepubliceerde beschrijving en analyse van een in Middelburg geboren ‘monstrum’’. [2]
- iets wat helemaal verkeerd gemaakt is (vooral van wetten en regelingen)
- De Nederlandse dichter en schrijver, geboren als Robert Gabor Charles, als zoon van twee Joods-Hongaarse immigranten, is in Vlaanderen weinig bekend. In Nederland omschreef De Volkskrant-recensent Arjan Peters hem als ‘de kleine dichter met de tedere taal’, zijn literatuur als ‘hoogstaand klagen, met stilistisch vertoon en volledige inzet.’ Marja Pruis daarentegen, literatuurredactrice van De Groene Amsterdammer, bestempelde zijn autobiografische roman Kameraad scheermes (2003) destijds als een ‘monstrum van een boek, het product van schaamteloze zwelgzucht.’ [3]
- mirakel
Synoniemen
- [1] gedrocht, schistosoom, wangedrocht, wanschepsel
- [2] gedrocht, misbaksel, wangedrocht
Gangbaarheid
- Het woord monstrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "monstrum" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ monstrum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Zuidervaart, H.J."Het in 1658 opgerichte theatrum anatomicum te Middelburg" in: Archief: mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen deel 2009 (2010); p. 89; geraadpleegd 2017-08-25
- ↑ Vankersschaever, S."Het verlangen naar een normaal leven" in: de Standaard jrg. 92 nr. 165 (17 juli 2015); p. 12; geraadpleegd 2017-08-25
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Latijn
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van monere "waarschuwen" met het achtervoegsel -trum, dus eigenlijk: "waarschuwing"
Zelfstandig naamwoord
monstrum o
- slecht voorteken
- (figuurlijk) iets wat angst aanjaagt, monster
- wonder, mirakel
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | monstrum | monstra |
genitief | monstrī | monstrōrum |
datief | monstrō | monstrīs |
accusatief | monstrum | monstra |
vocatief | monstrum | monstra |
ablatief | monstrō | monstrīs |
Overerving en ontlening
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 52 %
- Prevalentie Vlaanderen 55 %
- Woorden in het Latijn
- Woorden in het Latijn met audioweergave
- Woorden in het Latijn met IPA-weergave
- Achtervoegsel -trum in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Figuurlijk in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 2de verbuiging in het Latijn