minderwaardig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- min·der·waar·dig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van minder en waard met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | minderwaardig | minderwaardiger | minderwaardigst |
verbogen | minderwaardige | minderwaardigere | minderwaardigste |
partitief | minderwaardigs | minderwaardigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
minderwaardig
- relatief slecht ofwel minder waard dan men zou verwachten
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord minderwaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "minderwaardig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be