medlemsland

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • med·lems·land
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   medlemsland     medlemslandet     medlemsland     medlemslanda
medlemslandene  
genitief   medlemslands     medlemslandets     medlemslands     medlemslandas
medlemslandenes  

Zelfstandig naamwoord

medlemsland, o

  1. lidstaat
    «De seks gjenværende medlemsland i Warszawapakten hadde vedtatt å oppløse organisasjonen under et møte i Budapest i februar.»
    De zes resterende lidstaten van het Warschaupact hadden besloten de organisatie tijdens een bijeenkomst in februari in Boedapest te ontbinden.

Zelfstandig naamwoord

medlemsland

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van medlemsland


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • med·lems·land
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   medlemsland     medlemslandet     medlemsland     medlemslanda  

Zelfstandig naamwoord

medlemsland, o

  1. lidstaat

Zelfstandig naamwoord

medlemsland

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van medlemsland


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • med·lems·land
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   medlemsland     medlemslandet     medlemsländer     medlemsländerna  
genitief   medlemslands     medlemslandets     medlemsländers     medlemsländernas  

Zelfstandig naamwoord

medlemsland, o

  1. lidstaat
    «Senast EU tog in ett nytt medlemsland var den 1 juli 2013 då Kroatien blev medlem.»
    De laatste keer dat de EU een nieuwe lidstaat binnenkwam was 1 juli 2013 toen Kroatië toetrad.
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=medlemsland&oldid=4458401"