matse
Uiterlijk
- mat·se
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘ongezuurd brood’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]
- Herkomst: Jiddisj [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | matse | matses |
verkleinwoord |
- Een ronde matse
- Een vierkante matse
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) ongezuurd brood, gegeten met Pesach
- Hebreeuws: matsa
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
vervoeging van |
---|
matsen |
matse
- aanvoegende wijs van matsen
- Het woord matse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "matse" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "matse" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 38 %