markgravin
Uiterlijk
- Geluid: markgravin (hulp, bestand)
- mark·gra·vin
- samenstelling van mark zn en gravin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | markgravin | markgravinnen |
verkleinwoord | markgravinnetje | markgravinnetjes |
de markgravin v
- (leenstelsel), (adel) vrouwelijke vorm van markgraaf
1.
- Het woord markgravin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.