leenstelsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leen·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leenstelsel leenstelsels
verkleinwoord leenstelseltje leenstelseltjes

Zelfstandig naamwoord

het leenstelselo

  1. (geschiedenis) (politiek) een staatsvorm gebaseerd op een hiërarchie waarvan de leden elkaar eden van trouw zweren
    • In de middeleeuwen was het leenstelsel de standaard in Europa. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be