gravin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·vin
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van graaf met het achtervoegsel -in
enkelvoud meervoud
naamwoord gravin gravinnen
verkleinwoord gravinnetje gravinnetjes

Zelfstandig naamwoord

de gravinv

  1. (adel) vrouwelijke graaf
  2. (adel) vrouw van een graaf
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·vin

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord gravin gravinne

gravin

  1. (adel) gravin