Naar inhoud springen

machinist

Uit WikiWoordenboek
  • ma·chi·nist
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘iem. die toezicht houdt op de machines’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van machine met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord machinist machinisten
verkleinwoord machinistje machinistjes

demachinistm

  1. (beroep) (spoorwegen) een bestuurder van een trein
     "Dat wordt straks wel even wennen", zegt machinist Jos van der Veen tegen RTV Noord. Hij had gisteravond zijn laatste rit naar het "oude hoofdstation"". "Ik vind het mooi om een stukje spoorweggeschiedenis mee te maken, zowel aan het einde van iets of het begin van iets. Nu mag ik het einde meemaken, hartstikke leuk."[2]
     Zolang Johan naast me zat op het verborgen houten bankje helemaal voorin bij het hokje van de machinist kon ik me groothouden.[3]
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]