machinist
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·chi·nist
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘iem. die toezicht houdt op de machines’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van machine met het achtervoegsel -ist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | machinist | machinisten |
verkleinwoord | machinistje | machinistjes |
Zelfstandig naamwoord
machinist m
- (beroep) (spoorwegen) een bestuurder van een trein
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord machinist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'machinist' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Spoorwegen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %