losgeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- los·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van los ww en geld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | losgeld | losgelden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
losgeld o
- geld betaald voor iemands vrijlating
- De bandieten eisten een groot losgeld voor de gijzelaars die zij overweldigd hadden.
- (figuurlijk) goederen die betaald moeten worden voor iemands vrijlating
- Verder eisen wij een losgeld voor de Koning van 200 kwasten en 500 verfpotten, bijeen te brengen door de inwoners van Perspektivum. [1]
Vertalingen
1. geld betaald voor iemands vrijlating
Gangbaarheid
- Het woord losgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "losgeld" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 94
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be