lensmann

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • lens·mann
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord lénsmaðr
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden len en mann met het invoegsel -s-
Naar frequentie 30437
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   lensmann     lensmannen     lensmenn     lensmennene  
genitief   lensmanns     lensmannens     lensmenns     lensmennenes  

Zelfstandig naamwoord

lensmann, m

  1. (historisch) drossaard, drost, landdrost
  2. (historisch) ambtmann, leenmann (het hoofd van een ambtsgebied of leen)


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • lens·mann
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord lénsmaðr
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden len en mann met het invoegsel -s-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   lensmann     lensmannen     lensmenn     lensmennene  

Zelfstandig naamwoord

lensmann, m

  1. (historisch) drossaard, drost, landdrost
  2. (historisch) ambtmann, leenmann (het hoofd van een ambtsgebied of leen)