lebmaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leb·maag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leb en maag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lebmaag | lebmagen |
verkleinwoord | lebmaagje | lebmaagjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zoötomie) de vierde maag van een herkauwer, zoals een rund
- Stremsel wordt gewonnen uit de lebmaag van een kalf.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de vierde maag van een herkauwer, zoals een rund
Gangbaarheid
- Het woord lebmaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lebmaag" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be