boekmaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boek·maag
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘deel van maag van herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1855 [1]
- samenstelling van boek en maag zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boekmaag | boekmagen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord boekmaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "boekmaag" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "boekmaag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ boekmaag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be