lava

Lava

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lava    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlava / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• la·va

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘door vulkanische uitbarsting uitgeworpen stoffen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lava	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de lava v / m

1. (geologie) vloeibaar gesteente dat uit een vulkaan tevoorschijn komt

   • Op het eiland Hawaï is lava een veelgezien verschijnsel. 

Hyponiemen

• scherpe lava, gladde lava, kussenlava

Afgeleide begrippen

• lavakoepel, lavastroom, lavatunnel, lavameer

Vertalingen

    1. vloeibaar gesteente dat uit een vulkaan tevoorschijn komt   

Duits: Lava (de) v Engels: lava (en)

Noors: lava (no) m Nynorsk: lava (nn) m

Gangbaarheid

• Het woord lava staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lava" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈlæːva /

Woordafbreking

• la·va

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Italiaanse zelfstandige naamwoord lava, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord labes komt

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	lava	lavaen	lavaer	lavaerne
genitief	lavas	lavaens	lavaers	lavaernes

Zelfstandig naamwoord

lava, g

1. (geologie) lava (vloeibaar gesteente)
2. (geologie) lava (verstard gesteente)

Hyperoniemen

• [1]: bergart
• [1-2]: magma

Afgeleide begrippen

• lavastrøm

Typische woordcombinaties

• [1]: glødende lava

gloeiende lava

Verwijzingen

• lava in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk

Frans

Werkwoord

vervoeging van
laver

lava

1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van laver

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈlɑːʋɑ /

Woordafbreking

• la·va

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Italiaanse zelfstandige naamwoord lava, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord labes komt

Naar frequentie	16328

Werkwoord

lava

1. verleden tijd van lave
2. voltooid deelwoord van lave

Schrijfwijzen

• [1-2]: lavet
• [1]: lavde
• [2]: lavd

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	lava	lavaen	lavaer	lavaene
genitief	lavas	lavaens	lavaers	lavaenes

Zelfstandig naamwoord

lava, m

1. (geologie) lava (vloeibaar gesteente)
2. (geologie) lava (verstard gesteente)

Hyperoniemen

• [1]: bergart
• [1-2]: magma

Afgeleide begrippen

• lavalandskap

Typische woordcombinaties

• [1]: glødende lava

gloeiende lava

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈlɑːʋɑ /

Woordafbreking

• la·va

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Italiaanse zelfstandige naamwoord lava, dat van het Latijnse zelfstandige naamwoord labes komt

Werkwoord

lava

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lave, zie aldaar

lava

1. verleden tijd van lava
2. voltooid deelwoord van lava

lava

1. gebiedende wijs van lava

Schrijfwijzen

• lav
• lave

Werkwoord

lava

1. verleden tijd van lave
2. voltooid deelwoord van lave

lava

1. gebiedende wijs van lave

Schrijfwijzen

• lav
• lave

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	lava	lavaen	lavaer	lavaene

Zelfstandig naamwoord

lava, m

1. (geologie) lava (vloeibaar gesteente)
2. (geologie) lava (verstard gesteente)

Hyperoniemen

• [1]: bergart
• [1-2]: magma

Afgeleide begrippen

• lavastraum
• lavastrøm

Typische woordcombinaties

• [1]: glødande lava

gloeiende lava

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
lavar

lava

1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lavar
2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van lavar