kwacha
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwa·cha
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwacha | kwacha's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kwacha m
- (financieel) benaming voor de munteenheden van Malawi en Zambia
- ▸ Hij leende 2.000 kwacha, vier euro, in een maand dat hij zonder maïs zat.[3]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kwacha' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ kwacha op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kwacha" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Dick Wittenberg“De lichtjes van Dickisoni” (5 september 2015) op nrc.nl
Nyanja
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van -cha "ochtendgloren"
Zelfstandig naamwoord
kwacha 9
Schrijfwijzen
- [2] K
Overerving en ontlening
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Nyanja
- Woorden in het Nyanja met audioweergave
- Woorden in het Nyanja met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nyanja