koekopvis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- koe·kop·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koekopvis | koekopvissen |
verkleinwoord | koekopvisje | koekopvisjes |
Zelfstandig naamwoord
de koekopvis m
- (straalvinnigen) Naso lituratus een straalvinnige vissensoort uit de familie van de doktersvissen (Acanthuridae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1801 door Forster
Hyperoniemen
- doktersvissen, doktersvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'koekopvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.