kiemwortel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kiemwortel    (hulp, bestand)
• IPA: /'kim.ʋɔr.təl/

Woordafbreking

• kiem·wor·tel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kiem zn  en  wortel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kiemwortel	kiemwortels
verkleinwoord	kiemworteltje	kiemworteltjes

Zelfstandig naamwoord

de kiemwortel m

1. (beschrijvende plantkunde) het eerste wortelachtige deel van een zaailing dat bij ontkieming verschijnt

   • De kiemwortel groeit bij eenzaadlobbige niet uit tot een hoofdwortel, maar sterft al snel af. 

Vertalingen

    1. eerste worteltje van een zaailing   

Deens: kimrod (da) g Duits: Keimwurzel (de) v, Wurzelkeim (de) m Engels: radicle (en) Frans: radicule (fr) v

Pools: korzeń zarodkowy (pl) m, radykuła (pl) v Portugees: radícula (pt) v Spaans: radícula (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord 'kiemwortel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.