kauwgoed
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kauw·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kauw en goed zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kauwgoed | kauwgoederen |
verkleinwoord | kauwgoedje | kauwgoedjes |
Zelfstandig naamwoord
kauwgoed m
- (bloemplanten) Sceletium tortuosum een in Zuid-Afrika voorkomende vetplant uit de ijskruidfamilie die bekendstaat vanwege zijn psycho-actieve en anti-depressieve werking. De plant is al sinds pre-historische tijden in gebruik bij de jager-verzamelaars en boeren die in Zuid-Afrika rondwaren. De eerste meldingen van deze plant stammen al uit 1662, Jan van Riebeeck schreef erover
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kauwgoed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kauwgoed op Wikidata