jodelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jo·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling jodelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jodelaar | jodelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de jodelaar m
- (muziek) iemand die jodelt
- Een 25-koppige jury, bestaande uit onder meer voetballers, schrijvers en bekende jodelaars, zal de liederen beoordelen. De winnende hymne wordt nog wel ter goedkeuring aan de regering voorgelegd, voordat de Zwitsers het kunnen instuderen.[1]
- Het Oostenrijkse Pinzgau nodigt wandelaars op een nieuw wandelpad uit de jodelaar in zichzelf los te laten. Bij rusthaltes langs de route zijn 'audiostations' geplaatst waar jodelaars in spe de kunst kunnen afluisteren, meldde de Oostenrijkse staatsomroep ORF.[2]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord jodelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jodelaar" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Het Parool 2 AUGUSTUS 2013 Wedstrijd voor nieuw volkslied Zwitserland
- ↑ Het Parool 20 AUGUSTUS 2012 Jodelroute moet wandelaars laten genieten van eigen stem
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be