jawoord
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ja·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ja en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jawoord | jawoorden |
verkleinwoord | jawoordje | jawoordjes |
Zelfstandig naamwoord
jawoord o
- het bevestigende antwoord op een huwelijksaanzoek
- Hij gaf haar onmiddellijk het jawoord.
Vertalingen
1. het bevestigende antwoord op een huwelijksaanzoek
Gangbaarheid
- Het woord jawoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "jawoord" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %