inspanning

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·span·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inspanning inspanningen
verkleinwoord inspanninkje inspanninkjes

Zelfstandig naamwoord

inspanning v

  1. de fysieke moeite die men voor iets doet
    • De wandeling naar de top van de berg was een hele inspanning. 
     De combinatie van de fysieke inspanning en de leegte in je hoofd is betoverend.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be