indroog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·droog
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van indrogen (onovergankelijk werkwoord)
- intensiverende afleiding van droog (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indroog | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de indroog m
- vermindering van hoeveelheid door vochtverlies
- Komt bij: vijftien procent indroog, want het was oude kaas. [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | indroog | - | - |
verbogen | indroge | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
indroog
- geheel van vocht ontdaan
- Zijn ze eenmaal indroog geworden, dan worden ze van het loof ontdaan. [2]
Opmerkingen
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en indroog.
Hyponiemen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
indrogen |
indroog
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van indrogen
- ... dat ik indroog.
Verwijzingen
- ↑ Ages, J.A."Knoeien met Kaas" in: : Libertinage. jrg. 4 (1951) G.A. van Oorschot, Amsterdam; p. 123; geraadpleegd 2015-07-26
- ↑ "Kroniek van de volkstuin. Nog eens onze oogst." in: Het volk: dagblad voor de arbeiderspartij jrg. 45 nr. 18028 (31 augustus 1944) ; p. 1 kol. 1; geraadpleegd 2015-07-26
Gangbaarheid
- Het woord indroog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Intensivering in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Versterkend voorvoegsel in-
- Woordenlijst Nederlandse Taal