inactiviteit
Uiterlijk
- in·ac·ti·vi·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inactiviteit | |
verkleinwoord |
de inactiviteit v
- het niet actief zijn; het niet in beweging zijn
- ▸ Zo moet vanaf 1 januari een filterkoffieapparaat met isolatiekan automatisch afslaan na 1 minuut inactiviteit. Koffieautomaten met warmhoudplaatje mogen langer aanblijven, maar ook daar is een maximum van 40 minuten.[1]
- ▸ Monfils kwam langszij en in de vijfde set op 2-0. Na maanden inactiviteit door blessures én al meer dan elf uur arbeid in Melbourne was toen ook bij hem het beste er wel af.[2]
- ▸ Het verbaast de onderzoekers hoe sociaal geaccepteerd het nog is amper te bewegen. "Inactiviteit wordt gezien als normaal. Dokters schrijven patiënten veel vaker bedrust voor dan dat ze hen aanmoedigen meer te bewegen," schrijven ze.[3]
1. het niet actief zijn; het niet in beweging zijn
- Het woord inactiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Hoezo draagt kapper geen hakken?” (30-04-2014), NOS
- ↑
Weblink bron “Simon door na curieus duel” (19-01-2013), NOS
- ↑
Weblink bron “'Niet bewegen net zo gevaarlijk als roken'” (18-07-2012), NOS