passiviteit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: passiviteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pas·si·vi·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lijdelijkheid’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afleiding van passief met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | passiviteit | passiviteiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- zonder daadkracht, niet handelend
- Israëlisch schrijver Nir Baram meent dat het grootste succes van rechts in Israël is dat het erin slaagde de bezetting als een succes te verkopen. ‘Toen ik een kind was, dachten we dat de bezetting gevolgen zou hebben voor onze internationale standing. Maar die gevolgen bleven uit.’ Waarom zou Israël zijn gedrag aanpassen als het net zo goed de bezetting onzichtbaar kan maken? Het backfire effect wordt versterkt door de internationale passiviteit en het uitblijven van een prijs voor de bezetting. Kunnen we dat alleen Israël kwalijk nemen? [4]
- Het gevaar is dat die bescheidenheid uitmondt in te veel passiviteit. Maar wie naar de cijfers kijkt, ziet dat Amsterdam het helemaal zo slecht niet doet. Kamp meldde dit weekend dat sinds de brexit dertien bedrijven voor Nederland hebben gekozen, goed voor 730 banen. De Duitse score? 1.000 banen, tot nu toe, aldus FMF-voorman Väth. Een heel bescheiden verschil, als je het afzet tegen het rumoer in de media, waar Frankfurt steevast als grote winnaar van de brexit wordt neergezet, gevolgd door Dublin. [5]
- ▸ Ze waren een kleine, harde kern van linkse rakkers die oorspronkelijk leerjongens waren geweest van de linkse theoreticus Gotfred Appel en ze hadden al in de vroege jaren zeventig de theorie aanvaard over 'parasietstaten', waarin de arbeidersklasse met behulp van materiële welvaart werd omgekocht tot politieke passiviteit.[6]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord passiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "passiviteit" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[7] |
Verwijzingen
- ↑ "passiviteit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ passiviteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard WOENSDAG 7 JUNI 2017
- ↑ Tubantia Sander van Mersbergen 04-juli-2017
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be