ijzig
Uiterlijk
- ij·zig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ijzig | ijziger | ijzigst |
verbogen | ijzige | ijzigere | ijzigste |
partitief | ijzigs | ijzigers | - |
ijzig
- zeer kil en onaangenaam, onvriendelijk, zonder enige warmte in het gevoel
- De ijzige hoofdzuster kon niet lachen om de grappen van de jonge dokter.
- Het woord ijzig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijzig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ ijzig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %