human resources

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  human resources    (hulp, bestand)
• IPA: /ˌjumənriˈsɔːrsəs/

Woordafbreking

• hu·man re·sour·ces

Woordherkomst en -opbouw

• [A]: alleen meervoud, van Engels human resources, letterlijk "menselijke hulpbronnen"
• [B]: (verkorting) van humanresourcesafdeling

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-	human resources
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

[A] de human resources mv

1. (bedrijfskunde) geheel van mensen die bij een organisatie werken met de eigenschappen waarmee zij aan die organisatie kunnen bijdragen

Schrijfwijzen

• hr

Synoniemen

• medewerkers
• personeel

Afgeleide begrippen

• humanresourcesafdeling
• humanresourcesbeleid
• humanresourcesmanagement
• humanresourcesmanager

[B]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	human resources	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

[B] de human resources v / m

1. (bedrijfskunde) aanduiding voor het onderdeel van een organisatie dat zorg heeft voor personeel en organisatie

Schrijfwijzen

• hr

Synoniemen

• personeelszaken
• personeel en organisatie

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord human resources staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Woordherkomst en -opbouw

• alleen meervoud, verbinding van human "menselijk" en resources "hulpbronnen"

Zelfstandig naamwoord

human resources mv

1. (bedrijfskunde) personeel, het geheel van mensen die bij een organisatie werken met de eigenschappen waarmee zij aan die organisatie kunnen bijdragen
2. (bedrijfskunde) personeelszaken, aanduiding voor het onderdeel van een organisatie dat zorg heeft voor personeel en organisatie

Overerving en ontlening

• Nederlands: human resources