houden van

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  houden van    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɑudə(n) vɑn / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• hou·den van

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  houden  en van

Werkwoord

houden van

1. overgankelijk smakelijk, prettig of aantrekkelijk vinden

   • Kinderen houden van snoep. 
   • Steeds meer meisjes houden van voetbal. 

   ▸ De Fransen houden van wat weinig kost.

   ▸ Ik hou nu eenmaal van rituelen en heb door de jaren heen het een en ander overgenomen van de kerken die ik heb bezocht.

2. overgankelijk (pregnant) liefde of verliefdheid voelen voor

   • Meisjes houden vaak intens van hun eerste vriendje. 

   ▸ Wij houden van hem als van een vader.

Opmerkingen

• Naast deze uitdrukking kan de combinatie "houden van" ook voorkomen als deel van een bijzin die een inspanning beschrijft om een bepaalde toestand te handhaven:

• Er zijn elke dag vrijwilligers bezig met het actueel houden van Wikipedia. 

• Het houden van reptielen is een bijzondere hobby. 

Synoniemen

• [2] beminnen

Afgeleide begrippen

• ik houd van jou

Gangbaarheid

• Het woord 'houden van' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.